INTRODUCTIE

Ik houd van dingen
die mij strelen
ik geloof dat
liefde
het zonlicht
weerspiegelt



Sappho wordt al sinds de Oudheid beschouwd als de grootste lyrische dichteres.
Zij was de eerste vrouw in de geschiedenis die haar persoonlijke gevoelens in
verzen uitdrukte. Haar poëzie maakte diepe indruk op haar Griekse tijdgenoten
en werd tijdens haar leven niet alleen in haar geboortestad Mytilene gezongen
en voorgedragen, maar ook ver daarbuiten. Al in de Oudheid werd ze op gelijke
hoogte gesteld als Homeros en Sophocles.




Ofschoon slechts adem
mijn verzen
zijn onsterfelijk



Sappho werd in de zevende eeuw voor Christus geboren op het eiland Lesbos,
een tiental kilometers uit de kust van Klein-Azië. Zij kwam uit een aristocratische
familie, ze was bevriend met de beroemde dichter Alkaios en kende de wijze Pittakos
persoonlijk.
Over haar leven doen vele mythen de ronde en vooral over de aard van haar relaties met
de vele vrouwen die zij om zich heen verzameld had, wordt nog altijd druk gespeculeerd.

Feitelijk weten we bijna niets over Sappho, maar het grootste verlies is niet het zicht
dat ons ontnomen is op de historische Sappho, maar de minstens vijfhonderd verzen
die verloren zijn gegaan en waarvan alles bij elkaar maar vijfhonderd regels zijn
overgeleverd. Zoals Cecil Bowra eens schreef:

"Van alle werken uit de Oudheid die verloren zijn gegaan is misschien [Sappho's oeuvre]
datgene waarvan wij het meest verlangen dat het wordt teruggevonden. Maar totdat
de goden ons dat geluk verschaffen moeten de fragmenten volstaan als tekens van
haar meesterschap."


Deze zijn in de bundel Eros ontwortelt mijn hart bijeengebracht en vertaald,
op een wijze die aantoont dat Sappho vandaag nog even modern is als
zesentwintighonderd jaar geleden, omdat ze van alle tijden is.


Vanmorgen
wekte mij
de dageraad
op gouden sandalen


In een uitstekende monografie over Sappho schrijft Marion Giebel:

"Sappho van Lesbos, de vroeggriekse dichteres, geldt van oudsher als meesteres,
zelfs als toppunt van de lyrische poëzie. In iedere tijd werd haar kunst geprezen,
door Plato, Catullus, Horatius, via Friedrich Schlegel tot aan Marie Luise Kaschnitz,
P.C. Boutens en Ida Gerhardt."






Door de eeuwen heen werd Sappho geprezen èn verguisd:

De Assyrische asceet Tatianus (2e eeuw na Chr.) noemde haar "een hoer, liefdesgek,
die over haar eigen losbandigheid zong."
En de Rooms-katholieke kerk heeft haar
nooit gemogen, van begin tot eind stond Sappho op de index van verboden boeken,
misschien naar aanleiding van versregels als deze:


Wanneer ik
naar je kijk
zie ik niet
alleen Hermione
maar ook de pracht
van de blonde Helena
Als ik
stervelingen
met godinnen
mag vergelijken, weet dan
de aanblik van je schoonheid
verdrijft al mijn zorgen



verzen